Een zeker ritme
Door: Natascha & Fernando
22 September 2007 | Bolivia, La Paz
Hallo allemaal,
De zin ´De tijd vliegt´ is vaak zo´n cliche, maar als het echt zo is moet je het gewoon kunnen zeggen. Bij deze: de tijd vliegt! We zitten over de helft van onze werkperiode en de dingen beginnen wat ´gewoner´ te worden. In dit verslag willen we graag onze ervaringen met betrekking tot het werk delen plus willen we een onvergetelijk weekendje weg beschrijven.
Nu we reeds zeven weken bij een Boliviaans gezin wonen, bijna dagelijks werken en onze vaste vrije tijd bestedingen hebben, kunnen we stellen dat er sprake is van een soort routine. Een zeker ritme. Je weet welke bus je moet pakken om naar je werk te gaan en je weet hoe laat je ongeveer van huis moet gaan. In dit opzicht lijkt het eng veel op hetgeen we van Nederland kennen. Het twee tot drie keer per week sporten wordt eveneens makkelijk in het schema ingepast. En, voordat we het weten is het weer weekend. Doordeweeks is het regelmatig plannen geblazen. Hoe laat gaan we sporten of wanneer doen we de boodschappen zijn vragen die ook hier in Bolivia weer naar voren komen. Veel raakvlakken met het werkende bestaan in Nederland.
Ook het leven in een gastgezin geeft een speciale dimensie aan het wonen en werken hier. We hebben echt een gevoel van thuis. Heel anders dan wanneer we al die tijd op een hotelkamer zouden leven. Het familiaire gevoel is erg prettig al moeten we zeggen dat we het zeer getroffen hebben met Pepe en Elena. Deze oudjes hebben veel humor dus het is dikwijls lachen geblazen. En laten we wel wezen, een vrouw van in de zeventig die Rocky IV als een van d´r favoriete films noemt kan al bij voorbaat niet meer stuk. Deze lieve mensen zorgen ervoor dat we ons prettig voelen en zeker niet ongemakkelijk.
De stad La Paz telt ongeveer 800.000 mensen. Groot genoeg om in te verdwalen dus. Gek genoeg kom je geregeld bekenden tegen. Bekenden van je werk bijvoorbeeld. Door dit soort ontmoetingen beseffen we des te meer dat dit voor nu onze woonplaats is. Voor nu zijn we ´Paceños´ zoals de bewoners van La Paz worden genoemd.
Zoals gezegd wordt het werk allemaal wat gewoner. Het is absoluut niet saai, maar een zekere routine heeft de plaats van ´je draai vinden´ ingenomen. Toch zijn er ontwikkelingen binnen de projecten gaande waarover voldoende te schrijven valt. Bij deze een impressie.
Helping Hands (Het geven van Engelse les aan jongeren door Fernando):
De groep van jongeren die ik Engelse les geef is aanzienlijk geslonken. Vantevoren had ik hier duidelijk rekening mee gehouden, waardoor het geen verrassing is. Sommigen begonnen enthousiast aan de cursus maar zijn nu in geen velden of wegen meer te bekennen. De overblijvers zijn vier jongens die echt niet allemaal de leergierigheid tonen die een leraar graag ziet. Integendeel. Twee jongens ogen soms zo ongeinteresseerd dat het lijkt alsof ze verplicht de les bij moeten wonen. Als ik vraag of ze er nog een beetje zin in hebben is het antwoord altijd ja en lijkt het tevens een oprecht antwoord. Kennelijk beseffen deze jongens niet dat hun houding bepaalde interpretaties oproepen. Ze zijn in ieder geval onderdeel van de vaste groep volhouders en dat vind ik op zich al een knappe prestatie.
Ik merk dat de discipline en veeleisendheid die ik mezelf graag opleg niet voor iedereen gelden. Hier werd ik in Nederland natuurlijk ook mee geconfronteerd, maar hier is alles een tikkeltje extremer. Af en toe kan ik lichte irritatie ten aanzien van bepaalde zaken moeilijk onderdrukken. Op dit vlak kan ik me zeker nog ontwikkelen. De normen en waarden (ja Balkenende, ik leer het wel) waar ik zelf voor sta moet ik zeker niet vergeten, maar moet ik tijdens het vrijwilligerswerk enigszins laten varen. Veel flexibiliteit aan de dag leggen is nu even belangrijker.
136 (Het werken met kinderen in een crisisopvang):
Dit is een heel ander verhaal dan Helping Hands. Waar je bij Helping Hands nog enige structuur mag verwachten, is dit bij 136 eigenlijk onmogelijk. De doelgroep is zo samengesteld dat een potje voetbal zelfs uitmondt in een complete chaos. Er is geen concentratie en controle, zodat dit potje voetbal meer weg heeft van een poging tot doodslag. De ballen worden zo hard weggeschopt dat zelfs Neeskens in z´n beste jaren vol bewondering zou toekijken. En dan hebben we het over kinderen niet ouder dan elf jaar.
De kleineren vertonen eveneens het gedrag dat je mag verwachten van een kind met zo´n moeilijke achtergrond. Geweld tegen elkaar wordt niet geschuwd en delen komt niet in hun woordenboek voor. Het gebrek aan discipline zorgt er verder voor dat ze weinig zin in huiswerk of andere oefeningen hebben. De kinderen iets bijbrengen is daarom een moeilijke opgave. Dit is een pijnlijke situatie want de meesten hebben een enorme achterstand. Zo zijn er kinderen van zeven jaar die niet kunnen lezen en schrijven. Verder kunnen enkele zesjarigen soms geen kleuren herkennen of simpele tekenoefeningen maken. Bij deze kinderen is de achterstand dus omvangrijk en de vraag is of ze deze ooit zullen inlopen.
Gelukkig hebben we ook te maken met kinderen die erg pienter zijn. Ze zijn voor op de rest omdat ze in hun korte leventje wel het genoegen hebben gehad om naar school te gaan. Zij zijn meestal minder verwikkeld in ruzies en weten tevens wat het begrip delen inhoudt. Zonder het echt te willen hebben we een zwak voor deze kinderen ontwikkeld. Deze schatten zou je het liefst weg willen halen bij deze plek want het mag duidelijk zijn, deze plek is niet goed voor een kind. Hun situatie staat ver af van het normale leven dat een kind hoort te hebben.
Over de achtergrond van de kinderen weten we vaak niks. Bewust ook, want dat maakt het werken met deze kinderen alleen maar moeilijker. Soms kun je het echter niet ontlopen. Dan zie je bijvoorbeeld kinderen met blauwe ogen en bulten op hun hoofd. Ook was er laatst een klein meisje van zes jaar (Lucero) teruggekeerd bij 136 met haar zusje van nog geen één jaar oud. Zij was constant aan het huilen en riep dat ze naar haar moeder wilde. We hoorden echter dat haar moeder hun had afgestaan en dus niet meer voor ze wilde zorgen. Dat doet je dan zeker wat. Natascha had de hele ochtend met Lucero in haar armen gelopen om haar te troosten. Al snel toen zij Lucero opgetild had viel ze in haar armen in slaap. Waarschijnlijk had ze ´s nachts weinig geslapen en vooral veel gehuild. Toen ze wakker werd heeft Natascha samen met haar een kleurplaat ingekleurd en daarna wat gespeeld. Ze wilde niet meer wijken van de zijde van Natascha. Toen we weggingen waren we snel verdwenen, zodat ze maar niet teveel besefte dat we weg waren en weer zou gaan huilen. De week erna, toen we terugkeerden was Lucero alweer met haar zusje vertrokken. Waarheen dat weten we niet.... Zo komen en gaan veel kinderen bij 136.
Vrouwengevangenis Obrajes (Het geven van Engelse les door Natascha)
In een van onze vorige weblogs heb ik al een en ander uitgelegd over dit project. Inmiddels is een en ander wel veranderd wat betreft het aantal uren dat ik lesgeef in de gevangenis. Een van mijn leerlingen (Rosario) komt wellicht binnekort vrij, waardoor zij minder motivatie heeft om Engelse lessen te volgen. Zij komt dan ook niet meer sinds enige weken bij de les. Mijn andere leerlinge (Fabiola) is gepromoveerd tot ´presidente´ van de gevangenis. Zij is nu een soort van vertegenwoordigster van de gevangenen en zet zich in om bepaalde zaken te verbeteren in de gevangenis. Door haar nieuwe positie heeft Fabiola de laatste tijd veel vergaderingen en wordt vaak tijdens de les weggeroepen. Hierdoor geef ik nu nog maar twee middagen in de week les van 15.30-16.30 uur. De andere middag werk ik nu bij Corazón Inquieto. Ik heb deze week echter gemerkt dat ze zelfs moeilijk bij deze twee lessen aanwezig kan zijn, vanwege haar drukke programma. Ik zal daarom tijdens de volgende les met haar gaan bespreken of het nog wel zin heeft om door te blijven gaan met het volgen van de lessen of om deze te verminderen naar één keer per week. Ik ben benieuwd. Ik hoop dat we door kunnen gaan met de lessen, want ik vind het heel erg leuk en ik weet ook dat Fabiola het ook leuk vind. Ze vind het vreselijk als ze weer eens wordt weggeroepen. Ze vindt de Engelse lessen ook ontspannend en heel belangrijk.
Corazón Inquieto (Het kinderdagverblijf waar Natascha werkt)
Ik vind het werken bij Corazón Inquieto (CI) alleen maar leuker worden. Je kunt duidelijk merken dat de kinderen steeds meer gewend aan mij raken en dat maakt het werken alleen maar vermakelijker. Vooral het werken met de kinderen in de middag is erg aangenaam omdat zij ook wat ouder zijn (tussen de 6-12 jaar), daardoor kun je ook leuke gesprekken met de kinderen hebben. Sinds twee weken werk ik een extra middag bij CI. In totaal werk ik dus twee dagen per week op dit project wat mij heel goed bevalt.
Gisteren was er een feestdag hier in Bolivia: het begin van de lente, dag van de liefde, vriendschap en dag van de leerlingen. Ter gelegenheid hiervan hadden we in de ochtend op CI een feestje. De ouders waren gevraagd om hun dochters een jurkje aan te laten trekken, dus de meisjes zagen er heel schattig uit. Om de kinderen te amuseren deze ochtend had ik een entertainer (leeuw; zie foto) laten inhuren. De hele ochtend hebben we met de kinderen gedanst en veel lol beleefd. Ook had een van de ouders een taart gekocht en kregen de kinderen allemaal een snoepzakje mee naar huis. Het was dus een geslaagd feestje!
Dan nu het afgelopen weekend. Vorige week vrijdag ontvluchtten we de drukte van La Paz om te gaan vertoeven rondom het grote meer Titicaca. De oplettende en vooral trouwe lezers van ons weblog hebben deze naam eerder kunnen lezen. Vanuit Peru hebben we namelijk al eens het meer bevaren. Het meer ligt namelijk tussen de landen Peru en Bolivia.
Dit keer zouden we zodoende vanuit Boliviaanse zijde de omgeving van het meer verkennen. Vrijdag gingen we daarom naar Copacabana, het stadje dat op de grens bij Peru ligt. Hier zijn we ook eerder geweest toen we vanuit Peru de grens met Bolivia overstaken. Enigszins bekend terrein dus. De busrit vanuit La Paz van vier uur viel reuze mee, waardoor we vroeg in de middag arriveerden. We namen onze intrek in een hotel met uitzicht op het meer. Een zeer mooi uitzicht moet gezegd worden.
Na de lunch dwaalden we wat rond door het stadje. Na wat geslenter besloten we toch om wat sportiefs te ondernemen. Jawel, de waterfietsten hadden onze aandacht getrokken. Maar liefst dertig minuten lang trotseerden wij de wateren van het beroemde meer. Na dertig minuten zwoegen waren we van mening dat een glaasje frisdrank welverdiend was. Op weg naar het eerste beste strandtentje werd de aandacht van Natascha getrokken. Zij zag namelijk twee oude bekenden die eveneens een prima plekje in de zon hadden ingenomen. Het waren de twee Nederlandse wereldreizigers die we tijdens ons tripje naar Tiwanaku ontmoet hadden (zie vorig verslag).
We schoven aan en babbelden wat over de ervaringen die zijn na onze ontmoeting hadden meegemaakt. Het gezellige onderonsje werd hervat toen we ze een paar uur later opnieuw toevallig tegenkwamen in een eetgelegenheid. De volgende dag zouden ze Bolivia verlaten voor Peru. Een kleine kans dat er een nieuwe ontmoeting gaat volgen, maar wie weet. Een prima moment om er een tweede cliche uit te gooien: de wereld is klein.
De volgende dag vaarden we naar Isla del Sol, op anderhalf uur varen van Copacabana. Hier zouden we eveneens een nacht doorbrengen. Dit eiland, dat 2500 bewoners telt, speelt een belangrijke rol in de historie van de Inca´s. Op dit eiland is het namelijk allemaal begonnen. De zonnegod, de belangrijkste van het Incarijk, stuurde zijn twee kinderen naar dit eiland. Vanuit deze plek zouden zij als afgevaardigden van de zonnegod het geloof verspreiden. Zodoende een eiland met een belangrijke historie.
Eenmaal aangemeerd bewandelden we allereerst de 203 treden van de oorspronkelijke Inca trap. We deden het rustig aan en kwamen daarom pas na een tijdje boven. We gingen naar een hostal dat goed aangeschreven stond, alhoewel het aantal aanwezige gasten beperkt was. Naast ons tweeën was er nog een dame tewijl het hostal toch zeker plaats bood aan een man of vijftig. De eigenaresse was overigens erg vriendelijk. Na met haar wat gebabbeld te hebben maakten we ons klaar voor wat later bleek een van de mooiste wandeltochten tijdens deze reis.
Het eiland is niet super groot maar een wandeling van zuid naar noord (en vice versa) zou ongeveer drie uren in beslag nemen. We besloten in ieder geval de heenweg (van zuid naar noord, wij zaten in noord) te gaan lopen. Voor de terugweg zouden we wel zien hoe en wat. Al vrij in het begin van de wandeling werd duidelijk dat deze wandeling wel eens langer dan drie uren zou kunnen duren. We stopten namelijk om de haverklap om te genieten van het schitterende uitzicht. Omringd door het prachtige meer dat erg veel weg heeft van een zee en toegefluisterd worden door de rust van het eiland. Het was een combinatie waar we geen genoeg van kregen. De fotocamera draaide overuren en ook de ogen werden ten volste benut. Tenslotte bereikten we binnen een behoorlijke tijd het eindpunt, de Inca ruines in het noorden van het eiland.
Voordat we begonnen met de terugweg deden we ons eerst tegoed aan chips, chocolade en koekjes. De maaltijd moesten we eigenlijk overslaan omdat dit teveel tijd in beslag zou nemen. Om voor het donker terug te zijn moesten we enigszins rekening houden met de tijd. De terugweg was via een andere route. Was de heenweg al prachtig, deed de terugweg er weer een schepje bovenop. De uitzichten waren adembenemend. Voor zonsondergang bereikten we de thuisbasis. We namen plaats op een klein terrasje van een schattig restaurantje en bestelden de welverdiende gele limonades met witte kragen. Onder het genot van deze consumpties waren we getuige van een schitterende zonsondergang. Nadat deze onder was gegaan gingen we binnen wat eten: verse Trucha (vissoort), uiteraard afkomstig uit het meer van Titicaca. Na de maaltijd probeerden we in het pikke donker ons hostal te vinden wat wonderbaarlijk makkelijk ging. Op het eiland is amper licht. Toen we gingen slapen was het nog erg vroeg. Zoals zo vaak deze reis gingen we moe en voldaan slapen.
De volgende dag pakten we de boot naar het vaste land, Copacabana, om in de middag weer met de bus richting La Paz te vertrekken. In de bus bevestigden we samen nogmaals wat we de dag ervoor meerdere malen hadden gezegd: Naar Isla del Sol keren we hoe dan ook terug. Niet over een paar jaar, maar nog tijdens ons huidige verblijf in Bolivia*. Iets om naar uit te kijken. Dat uitstapje wordt echter even naar de achtergrond geschoven. Er staat ons immers iets anders te wachten. Iets waar we ons op dit moment zeer op verheugen.
Op korte termijn melden we ons weer met nieuwe belevenissen!
Groetjes,
Fernando & Natascha
*Ondanks dat we op dat moment zeker wisten dat we naar Isla del Sol zouden terugkeren, is het er toch niet van gekomen. Het werk en de zaken eromheen zorgden ervoor dat we de tijd er niet voor vonden om terug te keren. Het is bij die ene magische keer gebleven.
De zin ´De tijd vliegt´ is vaak zo´n cliche, maar als het echt zo is moet je het gewoon kunnen zeggen. Bij deze: de tijd vliegt! We zitten over de helft van onze werkperiode en de dingen beginnen wat ´gewoner´ te worden. In dit verslag willen we graag onze ervaringen met betrekking tot het werk delen plus willen we een onvergetelijk weekendje weg beschrijven.
Nu we reeds zeven weken bij een Boliviaans gezin wonen, bijna dagelijks werken en onze vaste vrije tijd bestedingen hebben, kunnen we stellen dat er sprake is van een soort routine. Een zeker ritme. Je weet welke bus je moet pakken om naar je werk te gaan en je weet hoe laat je ongeveer van huis moet gaan. In dit opzicht lijkt het eng veel op hetgeen we van Nederland kennen. Het twee tot drie keer per week sporten wordt eveneens makkelijk in het schema ingepast. En, voordat we het weten is het weer weekend. Doordeweeks is het regelmatig plannen geblazen. Hoe laat gaan we sporten of wanneer doen we de boodschappen zijn vragen die ook hier in Bolivia weer naar voren komen. Veel raakvlakken met het werkende bestaan in Nederland.
Ook het leven in een gastgezin geeft een speciale dimensie aan het wonen en werken hier. We hebben echt een gevoel van thuis. Heel anders dan wanneer we al die tijd op een hotelkamer zouden leven. Het familiaire gevoel is erg prettig al moeten we zeggen dat we het zeer getroffen hebben met Pepe en Elena. Deze oudjes hebben veel humor dus het is dikwijls lachen geblazen. En laten we wel wezen, een vrouw van in de zeventig die Rocky IV als een van d´r favoriete films noemt kan al bij voorbaat niet meer stuk. Deze lieve mensen zorgen ervoor dat we ons prettig voelen en zeker niet ongemakkelijk.
De stad La Paz telt ongeveer 800.000 mensen. Groot genoeg om in te verdwalen dus. Gek genoeg kom je geregeld bekenden tegen. Bekenden van je werk bijvoorbeeld. Door dit soort ontmoetingen beseffen we des te meer dat dit voor nu onze woonplaats is. Voor nu zijn we ´Paceños´ zoals de bewoners van La Paz worden genoemd.
Zoals gezegd wordt het werk allemaal wat gewoner. Het is absoluut niet saai, maar een zekere routine heeft de plaats van ´je draai vinden´ ingenomen. Toch zijn er ontwikkelingen binnen de projecten gaande waarover voldoende te schrijven valt. Bij deze een impressie.
Helping Hands (Het geven van Engelse les aan jongeren door Fernando):
De groep van jongeren die ik Engelse les geef is aanzienlijk geslonken. Vantevoren had ik hier duidelijk rekening mee gehouden, waardoor het geen verrassing is. Sommigen begonnen enthousiast aan de cursus maar zijn nu in geen velden of wegen meer te bekennen. De overblijvers zijn vier jongens die echt niet allemaal de leergierigheid tonen die een leraar graag ziet. Integendeel. Twee jongens ogen soms zo ongeinteresseerd dat het lijkt alsof ze verplicht de les bij moeten wonen. Als ik vraag of ze er nog een beetje zin in hebben is het antwoord altijd ja en lijkt het tevens een oprecht antwoord. Kennelijk beseffen deze jongens niet dat hun houding bepaalde interpretaties oproepen. Ze zijn in ieder geval onderdeel van de vaste groep volhouders en dat vind ik op zich al een knappe prestatie.
Ik merk dat de discipline en veeleisendheid die ik mezelf graag opleg niet voor iedereen gelden. Hier werd ik in Nederland natuurlijk ook mee geconfronteerd, maar hier is alles een tikkeltje extremer. Af en toe kan ik lichte irritatie ten aanzien van bepaalde zaken moeilijk onderdrukken. Op dit vlak kan ik me zeker nog ontwikkelen. De normen en waarden (ja Balkenende, ik leer het wel) waar ik zelf voor sta moet ik zeker niet vergeten, maar moet ik tijdens het vrijwilligerswerk enigszins laten varen. Veel flexibiliteit aan de dag leggen is nu even belangrijker.
136 (Het werken met kinderen in een crisisopvang):
Dit is een heel ander verhaal dan Helping Hands. Waar je bij Helping Hands nog enige structuur mag verwachten, is dit bij 136 eigenlijk onmogelijk. De doelgroep is zo samengesteld dat een potje voetbal zelfs uitmondt in een complete chaos. Er is geen concentratie en controle, zodat dit potje voetbal meer weg heeft van een poging tot doodslag. De ballen worden zo hard weggeschopt dat zelfs Neeskens in z´n beste jaren vol bewondering zou toekijken. En dan hebben we het over kinderen niet ouder dan elf jaar.
De kleineren vertonen eveneens het gedrag dat je mag verwachten van een kind met zo´n moeilijke achtergrond. Geweld tegen elkaar wordt niet geschuwd en delen komt niet in hun woordenboek voor. Het gebrek aan discipline zorgt er verder voor dat ze weinig zin in huiswerk of andere oefeningen hebben. De kinderen iets bijbrengen is daarom een moeilijke opgave. Dit is een pijnlijke situatie want de meesten hebben een enorme achterstand. Zo zijn er kinderen van zeven jaar die niet kunnen lezen en schrijven. Verder kunnen enkele zesjarigen soms geen kleuren herkennen of simpele tekenoefeningen maken. Bij deze kinderen is de achterstand dus omvangrijk en de vraag is of ze deze ooit zullen inlopen.
Gelukkig hebben we ook te maken met kinderen die erg pienter zijn. Ze zijn voor op de rest omdat ze in hun korte leventje wel het genoegen hebben gehad om naar school te gaan. Zij zijn meestal minder verwikkeld in ruzies en weten tevens wat het begrip delen inhoudt. Zonder het echt te willen hebben we een zwak voor deze kinderen ontwikkeld. Deze schatten zou je het liefst weg willen halen bij deze plek want het mag duidelijk zijn, deze plek is niet goed voor een kind. Hun situatie staat ver af van het normale leven dat een kind hoort te hebben.
Over de achtergrond van de kinderen weten we vaak niks. Bewust ook, want dat maakt het werken met deze kinderen alleen maar moeilijker. Soms kun je het echter niet ontlopen. Dan zie je bijvoorbeeld kinderen met blauwe ogen en bulten op hun hoofd. Ook was er laatst een klein meisje van zes jaar (Lucero) teruggekeerd bij 136 met haar zusje van nog geen één jaar oud. Zij was constant aan het huilen en riep dat ze naar haar moeder wilde. We hoorden echter dat haar moeder hun had afgestaan en dus niet meer voor ze wilde zorgen. Dat doet je dan zeker wat. Natascha had de hele ochtend met Lucero in haar armen gelopen om haar te troosten. Al snel toen zij Lucero opgetild had viel ze in haar armen in slaap. Waarschijnlijk had ze ´s nachts weinig geslapen en vooral veel gehuild. Toen ze wakker werd heeft Natascha samen met haar een kleurplaat ingekleurd en daarna wat gespeeld. Ze wilde niet meer wijken van de zijde van Natascha. Toen we weggingen waren we snel verdwenen, zodat ze maar niet teveel besefte dat we weg waren en weer zou gaan huilen. De week erna, toen we terugkeerden was Lucero alweer met haar zusje vertrokken. Waarheen dat weten we niet.... Zo komen en gaan veel kinderen bij 136.
Vrouwengevangenis Obrajes (Het geven van Engelse les door Natascha)
In een van onze vorige weblogs heb ik al een en ander uitgelegd over dit project. Inmiddels is een en ander wel veranderd wat betreft het aantal uren dat ik lesgeef in de gevangenis. Een van mijn leerlingen (Rosario) komt wellicht binnekort vrij, waardoor zij minder motivatie heeft om Engelse lessen te volgen. Zij komt dan ook niet meer sinds enige weken bij de les. Mijn andere leerlinge (Fabiola) is gepromoveerd tot ´presidente´ van de gevangenis. Zij is nu een soort van vertegenwoordigster van de gevangenen en zet zich in om bepaalde zaken te verbeteren in de gevangenis. Door haar nieuwe positie heeft Fabiola de laatste tijd veel vergaderingen en wordt vaak tijdens de les weggeroepen. Hierdoor geef ik nu nog maar twee middagen in de week les van 15.30-16.30 uur. De andere middag werk ik nu bij Corazón Inquieto. Ik heb deze week echter gemerkt dat ze zelfs moeilijk bij deze twee lessen aanwezig kan zijn, vanwege haar drukke programma. Ik zal daarom tijdens de volgende les met haar gaan bespreken of het nog wel zin heeft om door te blijven gaan met het volgen van de lessen of om deze te verminderen naar één keer per week. Ik ben benieuwd. Ik hoop dat we door kunnen gaan met de lessen, want ik vind het heel erg leuk en ik weet ook dat Fabiola het ook leuk vind. Ze vind het vreselijk als ze weer eens wordt weggeroepen. Ze vindt de Engelse lessen ook ontspannend en heel belangrijk.
Corazón Inquieto (Het kinderdagverblijf waar Natascha werkt)
Ik vind het werken bij Corazón Inquieto (CI) alleen maar leuker worden. Je kunt duidelijk merken dat de kinderen steeds meer gewend aan mij raken en dat maakt het werken alleen maar vermakelijker. Vooral het werken met de kinderen in de middag is erg aangenaam omdat zij ook wat ouder zijn (tussen de 6-12 jaar), daardoor kun je ook leuke gesprekken met de kinderen hebben. Sinds twee weken werk ik een extra middag bij CI. In totaal werk ik dus twee dagen per week op dit project wat mij heel goed bevalt.
Gisteren was er een feestdag hier in Bolivia: het begin van de lente, dag van de liefde, vriendschap en dag van de leerlingen. Ter gelegenheid hiervan hadden we in de ochtend op CI een feestje. De ouders waren gevraagd om hun dochters een jurkje aan te laten trekken, dus de meisjes zagen er heel schattig uit. Om de kinderen te amuseren deze ochtend had ik een entertainer (leeuw; zie foto) laten inhuren. De hele ochtend hebben we met de kinderen gedanst en veel lol beleefd. Ook had een van de ouders een taart gekocht en kregen de kinderen allemaal een snoepzakje mee naar huis. Het was dus een geslaagd feestje!
Dan nu het afgelopen weekend. Vorige week vrijdag ontvluchtten we de drukte van La Paz om te gaan vertoeven rondom het grote meer Titicaca. De oplettende en vooral trouwe lezers van ons weblog hebben deze naam eerder kunnen lezen. Vanuit Peru hebben we namelijk al eens het meer bevaren. Het meer ligt namelijk tussen de landen Peru en Bolivia.
Dit keer zouden we zodoende vanuit Boliviaanse zijde de omgeving van het meer verkennen. Vrijdag gingen we daarom naar Copacabana, het stadje dat op de grens bij Peru ligt. Hier zijn we ook eerder geweest toen we vanuit Peru de grens met Bolivia overstaken. Enigszins bekend terrein dus. De busrit vanuit La Paz van vier uur viel reuze mee, waardoor we vroeg in de middag arriveerden. We namen onze intrek in een hotel met uitzicht op het meer. Een zeer mooi uitzicht moet gezegd worden.
Na de lunch dwaalden we wat rond door het stadje. Na wat geslenter besloten we toch om wat sportiefs te ondernemen. Jawel, de waterfietsten hadden onze aandacht getrokken. Maar liefst dertig minuten lang trotseerden wij de wateren van het beroemde meer. Na dertig minuten zwoegen waren we van mening dat een glaasje frisdrank welverdiend was. Op weg naar het eerste beste strandtentje werd de aandacht van Natascha getrokken. Zij zag namelijk twee oude bekenden die eveneens een prima plekje in de zon hadden ingenomen. Het waren de twee Nederlandse wereldreizigers die we tijdens ons tripje naar Tiwanaku ontmoet hadden (zie vorig verslag).
We schoven aan en babbelden wat over de ervaringen die zijn na onze ontmoeting hadden meegemaakt. Het gezellige onderonsje werd hervat toen we ze een paar uur later opnieuw toevallig tegenkwamen in een eetgelegenheid. De volgende dag zouden ze Bolivia verlaten voor Peru. Een kleine kans dat er een nieuwe ontmoeting gaat volgen, maar wie weet. Een prima moment om er een tweede cliche uit te gooien: de wereld is klein.
De volgende dag vaarden we naar Isla del Sol, op anderhalf uur varen van Copacabana. Hier zouden we eveneens een nacht doorbrengen. Dit eiland, dat 2500 bewoners telt, speelt een belangrijke rol in de historie van de Inca´s. Op dit eiland is het namelijk allemaal begonnen. De zonnegod, de belangrijkste van het Incarijk, stuurde zijn twee kinderen naar dit eiland. Vanuit deze plek zouden zij als afgevaardigden van de zonnegod het geloof verspreiden. Zodoende een eiland met een belangrijke historie.
Eenmaal aangemeerd bewandelden we allereerst de 203 treden van de oorspronkelijke Inca trap. We deden het rustig aan en kwamen daarom pas na een tijdje boven. We gingen naar een hostal dat goed aangeschreven stond, alhoewel het aantal aanwezige gasten beperkt was. Naast ons tweeën was er nog een dame tewijl het hostal toch zeker plaats bood aan een man of vijftig. De eigenaresse was overigens erg vriendelijk. Na met haar wat gebabbeld te hebben maakten we ons klaar voor wat later bleek een van de mooiste wandeltochten tijdens deze reis.
Het eiland is niet super groot maar een wandeling van zuid naar noord (en vice versa) zou ongeveer drie uren in beslag nemen. We besloten in ieder geval de heenweg (van zuid naar noord, wij zaten in noord) te gaan lopen. Voor de terugweg zouden we wel zien hoe en wat. Al vrij in het begin van de wandeling werd duidelijk dat deze wandeling wel eens langer dan drie uren zou kunnen duren. We stopten namelijk om de haverklap om te genieten van het schitterende uitzicht. Omringd door het prachtige meer dat erg veel weg heeft van een zee en toegefluisterd worden door de rust van het eiland. Het was een combinatie waar we geen genoeg van kregen. De fotocamera draaide overuren en ook de ogen werden ten volste benut. Tenslotte bereikten we binnen een behoorlijke tijd het eindpunt, de Inca ruines in het noorden van het eiland.
Voordat we begonnen met de terugweg deden we ons eerst tegoed aan chips, chocolade en koekjes. De maaltijd moesten we eigenlijk overslaan omdat dit teveel tijd in beslag zou nemen. Om voor het donker terug te zijn moesten we enigszins rekening houden met de tijd. De terugweg was via een andere route. Was de heenweg al prachtig, deed de terugweg er weer een schepje bovenop. De uitzichten waren adembenemend. Voor zonsondergang bereikten we de thuisbasis. We namen plaats op een klein terrasje van een schattig restaurantje en bestelden de welverdiende gele limonades met witte kragen. Onder het genot van deze consumpties waren we getuige van een schitterende zonsondergang. Nadat deze onder was gegaan gingen we binnen wat eten: verse Trucha (vissoort), uiteraard afkomstig uit het meer van Titicaca. Na de maaltijd probeerden we in het pikke donker ons hostal te vinden wat wonderbaarlijk makkelijk ging. Op het eiland is amper licht. Toen we gingen slapen was het nog erg vroeg. Zoals zo vaak deze reis gingen we moe en voldaan slapen.
De volgende dag pakten we de boot naar het vaste land, Copacabana, om in de middag weer met de bus richting La Paz te vertrekken. In de bus bevestigden we samen nogmaals wat we de dag ervoor meerdere malen hadden gezegd: Naar Isla del Sol keren we hoe dan ook terug. Niet over een paar jaar, maar nog tijdens ons huidige verblijf in Bolivia*. Iets om naar uit te kijken. Dat uitstapje wordt echter even naar de achtergrond geschoven. Er staat ons immers iets anders te wachten. Iets waar we ons op dit moment zeer op verheugen.
Op korte termijn melden we ons weer met nieuwe belevenissen!
Groetjes,
Fernando & Natascha
*Ondanks dat we op dat moment zeker wisten dat we naar Isla del Sol zouden terugkeren, is het er toch niet van gekomen. Het werk en de zaken eromheen zorgden ervoor dat we de tijd er niet voor vonden om terug te keren. Het is bij die ene magische keer gebleven.
-
22 September 2007 - 22:27
Marijke:
Hallo Lieverds,
Wat genieten we van jullie verhalen en belevenissen. Het lijkt een spannend boek, alleen is dit echt.
Fantastisch wat jullie allemaal daar doen voor de kids en de mensen. Het is zeker heel mooi werk en ik kan me helemaal voorstellen dat het niet altijd gemakkelijk is voor de mensen en vooral voor de kids.
Jullie zien er stralend uit, blijf genieten van de vrije tijd en uitstapjes.
We horen en zien jullie volgende bericht met foto's weer.
Heel veel liefs en warme brasa's, uit Sweet Lake City van ons allen. -
23 September 2007 - 08:03
Eefje:
Weer even kijken op jullie log, want het is steeds genieten!!
De verslagen zijn leuk om te lezen en jullie maken er echt werk van. Ook de foto's erbij zijn geweldig:D (vooral in het vorige verslag met de dansertjes!).
geniet ze!!
groetjes van Eefje -
23 September 2007 - 11:20
Thea Tump:
Hola mis amores,
Gefascineerd alweer door jullie ervaringen,vooral met de kinderen.Hun barre situaties zal zeker wat afleiding en kracht geven door jullie inzet.Het raakt me diep,Bolivia kan trots op jullie zijn!
Embrassos Mama -
23 September 2007 - 19:36
Maarten:
Mooi om te lezen!!!!! -
24 September 2007 - 06:49
Sandra:
Leuk hoor! En jullie maken me wel nieuwsgierig met de afsluiting van jullie verhaal! -
26 September 2007 - 19:49
Leo:
Hoi natascha en fernando
jullie ervaringen zijn bijzonder en ik ben jaloers op jullie. wij gaan as zaterdag met de caravan met vakantie naar zeeland nl. jullie inzet is goed, we zijn trots op jullie
gr, leo -
28 September 2007 - 09:35
Thijs Uit Langbroek:
Geweldig wat jullie doen.
We hebben grote bewondering en zijn op het zachtst gezegd stront jaloers.
Geniet maar lekker.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley