Nieuwe avonturen, dit keer uit Bolivia
Door: Fernando & Natascha
28 Juli 2007 | Bolivia, La Paz
Hallo allemaal!
Hier zijn we dan weer, maar dan wel met een bericht vanuit La Paz, de hoofdstad van Bolivia! Ons laatste bericht hield op na onze avonturen in het Andes gebergte van Peru. Na dit bericht zijn we vanuit Cusco per bus naar Puno (aan het Tititcacameer) vertrokken. Het Titicacameer is het grootste meer van Zuid-Amerika, met een oppervlakte van 8,340 km². Het meer ligt in de Andes tussen Peru en Bolivia op 3,812 meter hoogte en is daarmee het hoogste commercieel bevaarbare meer ter wereld. Op het meer zijn 41 eilanden waarvan sommigen ook dicht bevolkt zijn. Vanuit Puno hebben we de eilanden Taquile en de riet-eilanden van de Uros bezocht. Om deze eilanden te kunnen bezoeken was je min of meer verplicht om een toeristische toer te boeken. Dit was nog geen eens zo eenvoudig voor ons, aangezien er op de dag na aankomst in Puno stakingen waren in bepaalde delen van Peru, waaronder Puno. Het was een staking van de leraren, wat inhield dat de hele stad plat lag en er geen transport was in de stad, maar ook niet vanuit en naar de stad….. Dit realiseerden ze door stenen/rotsen en glas op de wegen te gooien, zodat transport niet mogelijk was. Ook alle winkels en reisbureaus waren helaas dicht. Gelukkig hadden we de dag van tevoren nog een kaartje gekregen van iemand van een reisbureau en besloten we om dan maar bij dit bureau te boeken.
Zo gezegd zo gedaan vaarden we de volgende dag in de vroege ochtend met een zeer toeristische boottoer over Lake Titicaca. Als eerste bezochten wij tijdens deze trip de eilanden van de Uros indianen. Deze eilanden zijn gemaakt van riet dat langs de oevers van het meer groeit. Ook maken de Uros van dit riet hun eigen boten (zie foto). Het was erg mooi en interessant om te zien wat deze mensen van riet konden maken, maar aan de andere kant was het ook eigenlijk te toeristisch. Elke dag komen honderden toeristen de eilanden en de bijzondere manier van leven van deze bevolkingsgroep bekijken. Deze bevolkingsgroep leeft dan ook inmiddels van de inkomsten van het toerisme. Desalnietemin was het voor ons bijzonder om te zien.
Na het bezoek aan deze eilanden werd de boottocht vervolgd naar het eilandje Taquile. Na een rit van ongeveer 2 uur kwamen we aan op dit eiland. De boottocht er naartoe was prachtig. In de verte konden we vanaf het meer ook al de bergketens van Bolivia zien. Op het eiland hadden we een korte wandeling gemaakt en geluncht. Verse vis uit het meer. Vanaf het eiland had je een prachtig uitzicht op het meer. Op de terugreis naar het vaste land, besloten we met z´n drieen op het dek te zitten. Iedereen had binnen in de boot plaatsgenomen, dus we hadden het rijk voor ons alleen. Het uitzicht op de terugreis was bijzonder mooi. Met name omdat de zon steeds lager ging staan en het water en het riet een prachtige kleur kregen.
De volgende dag (vrijdag 13 juli) vertrokken we met de bus naar La Paz, Bolivia. Het zou een rit worden van in totaal 10 uren. Deze rit hadden we geboekt via een reisbureau om de grensovergang zo vlekkeloos mogelijk te laten verlopen. Om circa 7.00 uur werden we opgehaald door een taxi die ons naar de busterminal bracht. Eenmaal daar aangekomen namen we plaats in een bus volgepakt met toeristen die allemaal de grensovergang zouden maken. Tijdens het rijden bus bleek al snel dat de nasleep van de staking nog goed merkbaar was. De autoweg lag namelijk nog steeds bezaaid met glas en rotsen. Al zigzaggend moest de chauffeur zich een weg banen door al deze rotzooi. Na ongeveer 10 km lag er gelukkig geen rotzooi meer op de weg en kon de chauffeur weer met gemak zijn rit vervolgen. Na circa 2 uur rijden kwamen we aan bij de grens. Hier werd al snel duidelijk waar we de stempels moesten halen en binnen een half uur stonden we met de correcte stempels op Boliviaanse bodem! De bus reed vervolgens door naar Copacabana. Een schattig plaatsje aan de rand van het meer. Van hieruit kun je nog twee andere eilanden op Lake Titicaca bezoeken. Deze eilanden zullen wij op een ander moment bezoeken tijdens ons verblijf in Bolivia. Na in Copacabana op een andere bus te zijn gestapt werd onze reis voortgezet richting La Paz. De busrit naar La Paz was prachtig, dus we hadden ons tijdens de rit niet hoeven te vervelen. Om ongeveer 17.00 uur kwamen we uiteindelijk aan in een zonnig La Paz. Na een hostel te hebben gevonden in het centrum van de stad, zijn we op pad gegaan om wat te gaan eten in het centrum. We hadden meteen al een fijne indruk van de stad en hadden vertrouwen dat we ons hier thuis zouden gaan voelen.
In La Paz hebben we de zondag een bezoek gebracht aan het coca museum. Hier werd de geschiedenis van de coca (niet te verwarren met cocaine) uitgelegd. Cocabladeren zijn heel belangrijk voor de mensen in grote delen van Peru en Bolivia. Het kauwen van de bladeren is een sociaal gebeuren, zoals alcohol is in bijvoorbeeld de westerse wereld. Daarnaast wordt het veel gebruikt bij rituelen en als bron van energie bij het harde werken. De cocabladeren hebben ook een positieve werking op je lichaam als je verblijft en/of inspant op hoogte. Wij drinken dan ook zelf regelmatig coca thee en kauwen cocabladeren bij tochten in de bergen. De cocabladeren zijn legaal in Peru en Bolivia, maar cocaine uiteraard niet.
Op maandag 16 juli was het tijd om weer eens iets aan sport te doen. Deze dag stond in het teken van een fietstocht op de meest gevaarlijke weg van de wereld. Dit gevaar wordt niet veroorzaakt door voorbij scheurende auto´s, maar door de weg zelf en haar ligging. De weg is zo smal dat auto´s elkaar nauwelijks kunnen passeren. Hierbij nog het gegeven dat naast de weg een enorm diep ravijn zichtbaar is, maakt het verhaal compleet. Slechts een aantal maanden voor onze komst is deze weg nagenoeg niet meer in trek bij automobilisten omdat er een alternatieve weg is aangelegd. De nieuwe weg is misschien wel om, maar de kans dat je overleeft is aanzienlijk groter. Volgens de gegevens heeft deze weg gedurende zestig jaar duizenden levens geeist. In de jaren negentig viel er per week tenminste een voertuig in het ravijn. Dat zijn nog eens feiten.
Dan nu het verhaal. Zoals gezegd wordt de weg eigenlijk niet meer door veel voertuigen gebruikt. De weg is daarom ingenomen door de vele agentschappen die fietstoertjes aanbieden. Een toer die begint op 4700 meter in La Cumbre en afdaalt tot een hoogte van 1700 meter in het plaatsje Coroico. De totale route die wordt afgelegd is ongeveer 65 kilometer. ´s Ochtends vroeg om 7.00 uur verzamelden we ons bij het agentschap waar we de toer geboekt hadden. In een uur werden we met een bus naar het startpunt gebracht waar we ons in de ijzige kou omkleedden. Onderwijl aten we nog wat broodjes en werd er thee en koffie genuttigd. Toen we eenmaal in de kleding waren gehesen begon de rit. Het begin zou asfalt zijn en eveneens weinig gevaar opleveren. Daarna zou het gaan gebeuren. De groep van 12 man ging fanatiek van start daar wij even de kat uit de boom keken. Maar toch, iets later bleek dat we redelijk vooraan reden. Met snelheden van 40 tot 60 km per uur werd de afdaling ingezet.
Al op het asfalt, de ´´normale weg´´, was het uitzicht prachtig. Het genieten ervan kon bijna niet omdat je goed op de weg moest letten. Het zou vervelend zijn om al in de beginfase in het ravijn te belanden. Naarmate de rit vorderde, veranderde ook het uitzicht. In de beginfase waren we omringd door bergen met sneeuwtoppen, waarbij we later in een decor van groene bergen reden. Schitterend. Na ca. een uur rijden begon de route die over de hele wereld bekend is als de meest gevaarlijke weg van de wereld. We sjeesden naar beneden op een niet geasfalteerde weg en naast ons een diep ravijn die oneindig leek. Ja, het was nu scherpte aan de dag leggen. Geconcentreerd en met name gecontroleerd daalden we af terwijl anderen vooral dit laatste nog onder de knie moesten krijgen. Op een gegeven moment hoorden we van achter geschreeuw in een vreemde taal waarvan we de betekenis niet begrepen. Een vrouwelijke deelneemster kwam als een dolle aangescheurd en wilde ons passeren. Het was alleen niet duidelijk hoe ze dat wilde doen met als gevolg dat ze Fernando links passeerde, aan de rand van het ravijn. Het ging alleen op een zo´n lompe manier dat ze haar evenwicht verloor en in het grind onderuit ging. Gelukkig voor haar maakte ze een snoekduik op de weg en niet een in de afgrond. De rest van de rit was deze dame achter in het peloton te vinden, geschokt door de gebeurtenis.
De uitzichten waren onvoorstelbaar en dan met name de uitzichten naast de weg waarop we fietsten. En dan te bedenken dat hier in het verleden veel verkeer was. Wij arriveerden om ongeveer 14.00 uur ongedeerd in Coroico, waar het overigens bijzonder warm was. In deze warmte luchten we met de groep en gingen daarna terug naar La Paz met een geweldige ervaring rijker. Het was een van de mooiste trips die we hebben ondernomen en eerlijk is eerlijk, ook een van de gevaarlijkste.
Op dinsdagavond hadden wij een afspraak met Helen van Connectie Bolivia (www.connectiebolivia.nl), de vrijwilligersorganisatie in La Paz waarvoor wij gaan werken de komende drie maanden. Samen gingen we wat eten om elkaar beter te leren kennen. De volgende dag zouden we een bezoek gaan brengen aan een van de projecten waar Fernando aan de slag zal gaan. Woensdagochtend vertrokken we met de taxi naar het project Helping Hands en naar het jongensinternaat waar Fernando gaat werken. Na het zien van de locatie had Fernando al erg veel zin in om te starten. Fernando zal bij dit project sportactiviteiten met deze jongens gaan ondernemen zoals bijvoorbeeld voetbal. Daarnaast zal hij deze jongens Engelse lessen gaan geven. Het is nog niet tot in details helder wat de werkzaamheden zullen zijn, maar een blauwdruk ligt er. In het werk heeft Fernando ook veel vrijheid. Natascha zal drie ochtenden in de week Engelse lessen gaan geven in een vrouwengevangenis. Dit is een gevangenis waarin vrouwen terecht zijn gekomen vanwege kleine vergrijpen met bijvoorbeeld drugs. Van Helen hebben we begrepen dat het meer een leefgemeenschap is dan een gevangenis. De vrouwen wonen er ook met hun kinderen (t/m 6 jaar). Daarnaast zal Natascha ook een project gaan draaien met kleine kinderen. Wat dit precies inhoudt is nog niet bekend. Hier zal zij deze week nog met Helen over praten. We hebben er in ieder geval beiden veel zin in!
Men zegt wel eens, een reis in Bolivia kan niet zonder de toer naar Uyuni waar de grootste en hoogste zoutvlakte ter wereld te bewonderen is. Zoals een schaap de rest van de kudde volgt, volgden wij de geopperde stelling door naar deze plaats te gaan. Het zou een avontuur worden om nooit te vergeten....................................
Op donderdag 19 juli zouden we om 21.00 uur de nachtbus naar Uyuni pakken dat praktisch grenst aan Chilie. Vanuit het hotel zou er een taxi worden gebeld omdat het lopend naar het terminal iets te ver was. Maar omdat er een staking werd georganiseerd stond het verkeer vast en waren alle taxi´s vol. Er zat niets anders op dan toch te voet te gaan. Bergop mensen, bergop met een grote rugtas op je rug. Bezweet en buiten adem kwamen we dan gelukkig toch ruim op tijd aan. Iets later dan gepland vertrok de bus richting Uyuni. Na ongeveer een uur rijden werd het duidelijk dat de regering van Bolivia op sommige plaatsen geen geld heeft uitgetrokken om asfalt aan te leggen. Het leek alsof we in een aardbeving terecht waren gekomen. De bus trilde hevig waardoor het slapen werd bemoeilijkt. Om ongeveer 7.00 uur de volgende dag kwamen we aan waar we door een niet zo´n goede vriend verwelkomd werden; de kou. Deze kou had tevens zijn compaan meegebracht; de snijdende wind. Kortom, het was berekoud!
We namen onze intrek in het door ons gereserveerde hostel en gingen op onderzoek uit. Het was namelijk de bedoeling dat we een driedaagse toer gingen doen richting de zoutvlakte en bijzondere meren. In de welbekende reizigershandboeken wordt geadviseerd om zeer grondig je werk te doen alvorens je daadwerkelijk met een agentschap in zee gaat. Dit deden we dan ook omdat we vantevoren al wisten dat de accomodatie gedurende de toer niet geweldig zou zijn. Uiteindelijk vonden we een door diverse reisgidsen aanbevolen agentschap die een interessante toer kon aanbieden. De eerste nacht zouden we in het zouthotel slapen, een hotel gebouwd met puur zout, en de tweede nacht met de overige drie reisgezellen in een kamer. Wat betreft de tweede nacht scheen er geen andere mogelijkheid te zijn. Helaas, maar we hadden het er voor over. De eerste nacht zouden we immers wel een eigen kamer hebben en de beschikking over een warme douche. Hiervoor hadden we bewust wat extra betaald omdat het zouthotel erg bijzonder scheen te zijn. Met een goed gevoel gingen we die nacht slapen, wetende dat morgen een leuke trip op het programma stond. Om 10.30 uur moesten we ons verzamelen bij het kantoor van het agentschap.
Op zaterdag 21 juli stonden we opgewekt op. Ruim op tijd kwamen we aan bij het kantoor waar het er niet op leek dat we op korte termijn zouden vertrekken. Ons werd gevraagd om een nog even te wachten. Prima, die paar minuten. Uiteindelijk vertrokken we een uur later. Naast ons drieën waren verder van de partij een Fransman en twee Italianen. Vooral laatstgenoemden bleken een zeer gezellig gezelschap te worden ondanks hetgeen we zouden meemaken.........................
Ok, we gingen van start. De reeds beschreven groepssamenstelling bestond verder uit de chauffeur die als Hector door het leven ging. Het moet gezegd worden, onze chauffeur had er niet veel zin in. Naast het noemen van zijn naam zei hij verder vrij weinig. Bij de eerste toeristische stop beet hij ons toe dat we tien minuten hadden om foto´s te nemen. Bij de tweede stop, al op de inmense zoutvlakte, kregen we wederom te horen dat we tien minuten hadden. Zo in het begin kregen we de indruk dat onze chauffeur haast had. Nou, het was foto´s schieten en weer instappen. We reden trouwens in een grote wagen waar met gemak zes mensen in pasten. De volgende stop, ook nog op de zoutvlakte, betekende de lunch. Eerst ´´mochten´´ we van Hector nog even wandelen op een overigens schitterend eilandje dat begroeid was met cactussen. Na het wandelen was het zoals gezegd tijd voor de lunch. Blijkbaar had onze trouwe chauffeur het eten bereid want er was in geen velden of wegen een kok te bekennen. De eerste verrassing was een feit. Er zou namelijk een kok gedurende de toer meereizen. Het gemis van een kok was al na de eerste hap merkbaar. Het eten was met de nu al welbekende desinteresse van Hector gemaakt en dat kwam de smaak niet ten goede. Na het eten kregen we nog twintig minuten cadeau om ons uit te leven op de zoutvlakte. Doordat deze zo wit uitgestrekt is kan je met een foto camera de raarste plaatjes schieten. Dit deden we dan ook in allerhaast omdat we slechts twintig minuten hadden. Na twintig minuten stapten we weer in de auto om ongewild weer deel te nemen aan een verwoestende rally die door Hector ontketend was. De man reed alsof hij achterna werd gezeten door wolven en dat kwam de rit niet ten goede. Mensen, we willen hierbij vermelden dat de weg niet uit asfalt bestond. Nee, het was zand, rotsen, stenen en alles wat slecht is voor de banden van een voertuig. Na een paar uur door elkaar gerost te zijn kwamen we aan bij de eerste overnachtingsplaats. Het zouthotel dan eindelijk?
Nee. We reden een dorpje in dat zo triest aandeed dat iedereen in de auto de kaken stijf op elkaar hield. In dit dorpje stopten we voor ´´Hospedaje San Juan´´. Het mocht duidelijk zijn, hier zouden we vannacht overnachten. Ons zessen werd een kamer toegewezen. Er klopte duidelijk iets niet. We vroegen aan Hector waarom we niet in het zouthotel gingen overnachten. Sociaal als hij was gaf hij aan dat hij daarvoor geen instructies had gekregen. Nee, hij wist van onze boeking niets af. Ok, het zouthotel zetten we uit ons hoofd maar we wilden niet al de eerste nacht een kamer delen met de rest. Na een beetje aandringen kregen we een ´´eigen kamer´´ toegewezen. Kort beschreven was dit een ruimte van ongeveer 5 vierkante meter met twee bedden en een betonnen vloer. Het zag er uit als een gevangeniscel in het voormalige oostblok. Tel daarbij de kou op en je weet dat het niet gek is om een neiging naar alcohol te krijgen. We voegden de daad bij het woord en liepen naar de enige winkel in het dorp om een fles rum te kopen. Zonder dit goed zou het een zware nacht worden. Na een aantal drankjes zagen we het een en ander wat rooskleuriger in. En dat was op zich knap want we kunnen achteraf stellen dat dit oord een goed alternatief is voor Guantanamo Bay, de plaats waar de Al-Qaeda gevangen zonder proces vast zitten. Wat een troosteloos gebeuren.
In de avond werd gezorgd voor eten en dit was gek maar waar niet eens zo slecht. We bleven met onze groep nog lang natafelen om maar niet het nachtelijke gevecht met de kou te moeten aangaan. Om een uur of twaalf gingen we dan toch schoorvoetend naar onze kamer. We kleedden ons goed aan en namen onze plaatsen in, in het bed dat de naam bed eigenlijk niet mag hebben. Na een onrustige koude nacht werden we vroeg wakker en maakten we de balans op: alledrie slecht geslapen en geen zin in de tweede dag van onze toer. Nee, als het aan ons had gelegen waren we direct terug gegaan. In het onderkomen waren nog drie groepen toeristen ondergebracht en allemaal maakten we gebruik van een toilet. Deze ruimte werd door ons al in een vroeg stadium ´´No go area´´ genoemd. We voelen ons in deze niet geroepen om dit verder toe te lichten.
Het ontbijt net achter de kiezen en het was alweer haasten geblazen. Hector had het gaspedaal weer gevonden dus het voelde weer als vanouds. Binnen een kort tijdsbestek hadden we de koppositie weer veroverd. Fantastisch! Onderweg maakten we nog wat tussenstops waar we op de een of andere manier nog de motivatie vonden om mooie foto´s te maken. Misschien vragen jullie je af waarom we zo gedemotiveerd waren. Het was een combinatie van factoren maar een van de belangrijkste was het feit dat we ons misleid voelden. Genaaid zoals sommigen dat ook wel eens noemen. We betaalden extra voor een kamer in het zouthotel maar in plaats daarvan plaatsten ze ons in een strafkamp. Deze dag had hetzelfde karakter als de eerste met het verschil dat we in dit geval wisten dat de accomodatie van vanavond nog primitiever scheen te zijn. Er stond ons nog wat te wachten. Doordat Hector, die vanaf de eerste dag tot nu niet meer dan vier zinnen had gesproken, zo van racen hield waren we ook nu weer als eerste bij de overnachtingsplaats. En het was nog zo vroeg! We namen onze intrek in de kamer met twee stapelbedden en twee eenpersoonsbedden. Bij het zien van de kamer dachten we terug aan het gesprek met het agentschap. In het geval van deze kamer hadden ze namelijk wel de waarheid gesproken. Het was inderdaad een ´´basic´´ accomodatie zoals ze het daar noemden.
We onvluchtten de kamer om naar de bezienswaardigheid van de omgeving te gaan. Een uitkijkpost die uitkeek op een meer met flamingo´s. In de uitkijkpost vroegen we ons serieus af waarom deze sierlijke beesten juist dit oord hadden uitgekozen. Want ook op deze plek was het koud, steenkoud. Vanaf de uitkijkpost naar de overnachtingsplaats was het ongeveer een kwartier lopen, maar dit teruglopen leek wel een uur. Die verrekte wind verpeste het behoorlijk. In de avond werd hetzelfde ritme als de dag ervoor gevolgd. Dat wil zeggen een fles rum en conversatie. Deze nacht scheen het namelijk nog kouder te worden en wel tot aan -20 graden! Dus voor de mensen die denken dat we wel heel snel naar de drank grepen, het was pure noodzaak om warm te blijven!
De nacht was een hel, waardoor we amper een oog dicht deden. Toch stonden we opgewekt op. We gingen vandaag immers weer terug naar La Paz. De derde dag konden we daarom nog redelijk genieten van de mooie plekjes waar we stopten. Daarbij moet worden opgemerkt dat onze vriend Hector inmiddels was vervangen door een collega die een stuk rustiger reed. Om 17.30 uur kwamen we aan in Uyuni waar weer eerst even naar het agentschap gingen die ons deze ´geweldige´ toer verkocht had. Na kort overleg kregen we in ieder geval een gedeelte van ons geld terug. De rest van de avond maakten we nog genoeg mee om een pagina te vullen, maar we laten het hierbij. De nachtbus naar La Paz werd genomen en de dagen erna hadden we nodig om te herstellen. We vonden het erg jammer dat de toer op deze wijze is verlopen. Het gebied dat we hadden bezocht was namelijk adembenemend mooi, zoals jullie ook op de foto´s kunnen zien. Door de leugens en de slechte accomodatie hebben wij hier helaas niet van kunnen genieten. Wat we wel erbij moeten zeggen is dat we ook veel lol hebben gehad. We hebben geprobeerd er het beste van te maken. Het was een avontuur om nooit te vergeten.
De dagen na onze ervaring in Uyuni hebben we het maar heel rustig aan gedaan. Alle drie voelden we de schade van de 3-daagse trip in ons lichaam. We waren redelijk uitgeput en hadden vooral behoefte aan rust. Daarnaast zou Mark vijf dagen na aankomst in La Paz naar Nederland vertrekken. We besloten deze dagen vooral te gebruiken om wat spulletjes te kopen voor het thuisfront en..... een winterjas aan te schaffen. Deze kosten hier helemaal niets. Daarnaast is Natascha ook maar weer eens naar de kapper geweest. Dit was hoog nodig, want de laatste keer was nog in Ecuador!
Vandaag, zaterdag, was de laatste dag voor Mark in Zuid Amerika. Vanmorgen (of vannacht?) moesten we al om 3.30 uur ´s ochtends uit ons hotel vertrekken richting de luchthaven. Met z´n drieen hebben we een geweldige tijd beleefd. We hebben veel lol gehad en veel moois gezien in Peru en Bolivia. Nu breekt voor ons alle drie een andere tijd aan. Wij twee zullen aankomende week van start gaan met ons vrijwilligerswerk en morgen naar ons gastgezin gaan. Mark zal over twee weken aan de slag gaan met zijn nieuwe functie in Nederland.
Het bovenstaande geeft weer aan dat we niet stil zitten en genoeg beleven. Het avontuur in Uyuni was een mindere, maar eentje die ons niet uit het veld heeft geslagen. We kijken uit naar ons werk en gaan met vertrouwen het nieuwe avontuur in.
We houden jullie op de hoogte.
Groetjes,
Natascha & Fernando
Hier zijn we dan weer, maar dan wel met een bericht vanuit La Paz, de hoofdstad van Bolivia! Ons laatste bericht hield op na onze avonturen in het Andes gebergte van Peru. Na dit bericht zijn we vanuit Cusco per bus naar Puno (aan het Tititcacameer) vertrokken. Het Titicacameer is het grootste meer van Zuid-Amerika, met een oppervlakte van 8,340 km². Het meer ligt in de Andes tussen Peru en Bolivia op 3,812 meter hoogte en is daarmee het hoogste commercieel bevaarbare meer ter wereld. Op het meer zijn 41 eilanden waarvan sommigen ook dicht bevolkt zijn. Vanuit Puno hebben we de eilanden Taquile en de riet-eilanden van de Uros bezocht. Om deze eilanden te kunnen bezoeken was je min of meer verplicht om een toeristische toer te boeken. Dit was nog geen eens zo eenvoudig voor ons, aangezien er op de dag na aankomst in Puno stakingen waren in bepaalde delen van Peru, waaronder Puno. Het was een staking van de leraren, wat inhield dat de hele stad plat lag en er geen transport was in de stad, maar ook niet vanuit en naar de stad….. Dit realiseerden ze door stenen/rotsen en glas op de wegen te gooien, zodat transport niet mogelijk was. Ook alle winkels en reisbureaus waren helaas dicht. Gelukkig hadden we de dag van tevoren nog een kaartje gekregen van iemand van een reisbureau en besloten we om dan maar bij dit bureau te boeken.
Zo gezegd zo gedaan vaarden we de volgende dag in de vroege ochtend met een zeer toeristische boottoer over Lake Titicaca. Als eerste bezochten wij tijdens deze trip de eilanden van de Uros indianen. Deze eilanden zijn gemaakt van riet dat langs de oevers van het meer groeit. Ook maken de Uros van dit riet hun eigen boten (zie foto). Het was erg mooi en interessant om te zien wat deze mensen van riet konden maken, maar aan de andere kant was het ook eigenlijk te toeristisch. Elke dag komen honderden toeristen de eilanden en de bijzondere manier van leven van deze bevolkingsgroep bekijken. Deze bevolkingsgroep leeft dan ook inmiddels van de inkomsten van het toerisme. Desalnietemin was het voor ons bijzonder om te zien.
Na het bezoek aan deze eilanden werd de boottocht vervolgd naar het eilandje Taquile. Na een rit van ongeveer 2 uur kwamen we aan op dit eiland. De boottocht er naartoe was prachtig. In de verte konden we vanaf het meer ook al de bergketens van Bolivia zien. Op het eiland hadden we een korte wandeling gemaakt en geluncht. Verse vis uit het meer. Vanaf het eiland had je een prachtig uitzicht op het meer. Op de terugreis naar het vaste land, besloten we met z´n drieen op het dek te zitten. Iedereen had binnen in de boot plaatsgenomen, dus we hadden het rijk voor ons alleen. Het uitzicht op de terugreis was bijzonder mooi. Met name omdat de zon steeds lager ging staan en het water en het riet een prachtige kleur kregen.
De volgende dag (vrijdag 13 juli) vertrokken we met de bus naar La Paz, Bolivia. Het zou een rit worden van in totaal 10 uren. Deze rit hadden we geboekt via een reisbureau om de grensovergang zo vlekkeloos mogelijk te laten verlopen. Om circa 7.00 uur werden we opgehaald door een taxi die ons naar de busterminal bracht. Eenmaal daar aangekomen namen we plaats in een bus volgepakt met toeristen die allemaal de grensovergang zouden maken. Tijdens het rijden bus bleek al snel dat de nasleep van de staking nog goed merkbaar was. De autoweg lag namelijk nog steeds bezaaid met glas en rotsen. Al zigzaggend moest de chauffeur zich een weg banen door al deze rotzooi. Na ongeveer 10 km lag er gelukkig geen rotzooi meer op de weg en kon de chauffeur weer met gemak zijn rit vervolgen. Na circa 2 uur rijden kwamen we aan bij de grens. Hier werd al snel duidelijk waar we de stempels moesten halen en binnen een half uur stonden we met de correcte stempels op Boliviaanse bodem! De bus reed vervolgens door naar Copacabana. Een schattig plaatsje aan de rand van het meer. Van hieruit kun je nog twee andere eilanden op Lake Titicaca bezoeken. Deze eilanden zullen wij op een ander moment bezoeken tijdens ons verblijf in Bolivia. Na in Copacabana op een andere bus te zijn gestapt werd onze reis voortgezet richting La Paz. De busrit naar La Paz was prachtig, dus we hadden ons tijdens de rit niet hoeven te vervelen. Om ongeveer 17.00 uur kwamen we uiteindelijk aan in een zonnig La Paz. Na een hostel te hebben gevonden in het centrum van de stad, zijn we op pad gegaan om wat te gaan eten in het centrum. We hadden meteen al een fijne indruk van de stad en hadden vertrouwen dat we ons hier thuis zouden gaan voelen.
In La Paz hebben we de zondag een bezoek gebracht aan het coca museum. Hier werd de geschiedenis van de coca (niet te verwarren met cocaine) uitgelegd. Cocabladeren zijn heel belangrijk voor de mensen in grote delen van Peru en Bolivia. Het kauwen van de bladeren is een sociaal gebeuren, zoals alcohol is in bijvoorbeeld de westerse wereld. Daarnaast wordt het veel gebruikt bij rituelen en als bron van energie bij het harde werken. De cocabladeren hebben ook een positieve werking op je lichaam als je verblijft en/of inspant op hoogte. Wij drinken dan ook zelf regelmatig coca thee en kauwen cocabladeren bij tochten in de bergen. De cocabladeren zijn legaal in Peru en Bolivia, maar cocaine uiteraard niet.
Op maandag 16 juli was het tijd om weer eens iets aan sport te doen. Deze dag stond in het teken van een fietstocht op de meest gevaarlijke weg van de wereld. Dit gevaar wordt niet veroorzaakt door voorbij scheurende auto´s, maar door de weg zelf en haar ligging. De weg is zo smal dat auto´s elkaar nauwelijks kunnen passeren. Hierbij nog het gegeven dat naast de weg een enorm diep ravijn zichtbaar is, maakt het verhaal compleet. Slechts een aantal maanden voor onze komst is deze weg nagenoeg niet meer in trek bij automobilisten omdat er een alternatieve weg is aangelegd. De nieuwe weg is misschien wel om, maar de kans dat je overleeft is aanzienlijk groter. Volgens de gegevens heeft deze weg gedurende zestig jaar duizenden levens geeist. In de jaren negentig viel er per week tenminste een voertuig in het ravijn. Dat zijn nog eens feiten.
Dan nu het verhaal. Zoals gezegd wordt de weg eigenlijk niet meer door veel voertuigen gebruikt. De weg is daarom ingenomen door de vele agentschappen die fietstoertjes aanbieden. Een toer die begint op 4700 meter in La Cumbre en afdaalt tot een hoogte van 1700 meter in het plaatsje Coroico. De totale route die wordt afgelegd is ongeveer 65 kilometer. ´s Ochtends vroeg om 7.00 uur verzamelden we ons bij het agentschap waar we de toer geboekt hadden. In een uur werden we met een bus naar het startpunt gebracht waar we ons in de ijzige kou omkleedden. Onderwijl aten we nog wat broodjes en werd er thee en koffie genuttigd. Toen we eenmaal in de kleding waren gehesen begon de rit. Het begin zou asfalt zijn en eveneens weinig gevaar opleveren. Daarna zou het gaan gebeuren. De groep van 12 man ging fanatiek van start daar wij even de kat uit de boom keken. Maar toch, iets later bleek dat we redelijk vooraan reden. Met snelheden van 40 tot 60 km per uur werd de afdaling ingezet.
Al op het asfalt, de ´´normale weg´´, was het uitzicht prachtig. Het genieten ervan kon bijna niet omdat je goed op de weg moest letten. Het zou vervelend zijn om al in de beginfase in het ravijn te belanden. Naarmate de rit vorderde, veranderde ook het uitzicht. In de beginfase waren we omringd door bergen met sneeuwtoppen, waarbij we later in een decor van groene bergen reden. Schitterend. Na ca. een uur rijden begon de route die over de hele wereld bekend is als de meest gevaarlijke weg van de wereld. We sjeesden naar beneden op een niet geasfalteerde weg en naast ons een diep ravijn die oneindig leek. Ja, het was nu scherpte aan de dag leggen. Geconcentreerd en met name gecontroleerd daalden we af terwijl anderen vooral dit laatste nog onder de knie moesten krijgen. Op een gegeven moment hoorden we van achter geschreeuw in een vreemde taal waarvan we de betekenis niet begrepen. Een vrouwelijke deelneemster kwam als een dolle aangescheurd en wilde ons passeren. Het was alleen niet duidelijk hoe ze dat wilde doen met als gevolg dat ze Fernando links passeerde, aan de rand van het ravijn. Het ging alleen op een zo´n lompe manier dat ze haar evenwicht verloor en in het grind onderuit ging. Gelukkig voor haar maakte ze een snoekduik op de weg en niet een in de afgrond. De rest van de rit was deze dame achter in het peloton te vinden, geschokt door de gebeurtenis.
De uitzichten waren onvoorstelbaar en dan met name de uitzichten naast de weg waarop we fietsten. En dan te bedenken dat hier in het verleden veel verkeer was. Wij arriveerden om ongeveer 14.00 uur ongedeerd in Coroico, waar het overigens bijzonder warm was. In deze warmte luchten we met de groep en gingen daarna terug naar La Paz met een geweldige ervaring rijker. Het was een van de mooiste trips die we hebben ondernomen en eerlijk is eerlijk, ook een van de gevaarlijkste.
Op dinsdagavond hadden wij een afspraak met Helen van Connectie Bolivia (www.connectiebolivia.nl), de vrijwilligersorganisatie in La Paz waarvoor wij gaan werken de komende drie maanden. Samen gingen we wat eten om elkaar beter te leren kennen. De volgende dag zouden we een bezoek gaan brengen aan een van de projecten waar Fernando aan de slag zal gaan. Woensdagochtend vertrokken we met de taxi naar het project Helping Hands en naar het jongensinternaat waar Fernando gaat werken. Na het zien van de locatie had Fernando al erg veel zin in om te starten. Fernando zal bij dit project sportactiviteiten met deze jongens gaan ondernemen zoals bijvoorbeeld voetbal. Daarnaast zal hij deze jongens Engelse lessen gaan geven. Het is nog niet tot in details helder wat de werkzaamheden zullen zijn, maar een blauwdruk ligt er. In het werk heeft Fernando ook veel vrijheid. Natascha zal drie ochtenden in de week Engelse lessen gaan geven in een vrouwengevangenis. Dit is een gevangenis waarin vrouwen terecht zijn gekomen vanwege kleine vergrijpen met bijvoorbeeld drugs. Van Helen hebben we begrepen dat het meer een leefgemeenschap is dan een gevangenis. De vrouwen wonen er ook met hun kinderen (t/m 6 jaar). Daarnaast zal Natascha ook een project gaan draaien met kleine kinderen. Wat dit precies inhoudt is nog niet bekend. Hier zal zij deze week nog met Helen over praten. We hebben er in ieder geval beiden veel zin in!
Men zegt wel eens, een reis in Bolivia kan niet zonder de toer naar Uyuni waar de grootste en hoogste zoutvlakte ter wereld te bewonderen is. Zoals een schaap de rest van de kudde volgt, volgden wij de geopperde stelling door naar deze plaats te gaan. Het zou een avontuur worden om nooit te vergeten....................................
Op donderdag 19 juli zouden we om 21.00 uur de nachtbus naar Uyuni pakken dat praktisch grenst aan Chilie. Vanuit het hotel zou er een taxi worden gebeld omdat het lopend naar het terminal iets te ver was. Maar omdat er een staking werd georganiseerd stond het verkeer vast en waren alle taxi´s vol. Er zat niets anders op dan toch te voet te gaan. Bergop mensen, bergop met een grote rugtas op je rug. Bezweet en buiten adem kwamen we dan gelukkig toch ruim op tijd aan. Iets later dan gepland vertrok de bus richting Uyuni. Na ongeveer een uur rijden werd het duidelijk dat de regering van Bolivia op sommige plaatsen geen geld heeft uitgetrokken om asfalt aan te leggen. Het leek alsof we in een aardbeving terecht waren gekomen. De bus trilde hevig waardoor het slapen werd bemoeilijkt. Om ongeveer 7.00 uur de volgende dag kwamen we aan waar we door een niet zo´n goede vriend verwelkomd werden; de kou. Deze kou had tevens zijn compaan meegebracht; de snijdende wind. Kortom, het was berekoud!
We namen onze intrek in het door ons gereserveerde hostel en gingen op onderzoek uit. Het was namelijk de bedoeling dat we een driedaagse toer gingen doen richting de zoutvlakte en bijzondere meren. In de welbekende reizigershandboeken wordt geadviseerd om zeer grondig je werk te doen alvorens je daadwerkelijk met een agentschap in zee gaat. Dit deden we dan ook omdat we vantevoren al wisten dat de accomodatie gedurende de toer niet geweldig zou zijn. Uiteindelijk vonden we een door diverse reisgidsen aanbevolen agentschap die een interessante toer kon aanbieden. De eerste nacht zouden we in het zouthotel slapen, een hotel gebouwd met puur zout, en de tweede nacht met de overige drie reisgezellen in een kamer. Wat betreft de tweede nacht scheen er geen andere mogelijkheid te zijn. Helaas, maar we hadden het er voor over. De eerste nacht zouden we immers wel een eigen kamer hebben en de beschikking over een warme douche. Hiervoor hadden we bewust wat extra betaald omdat het zouthotel erg bijzonder scheen te zijn. Met een goed gevoel gingen we die nacht slapen, wetende dat morgen een leuke trip op het programma stond. Om 10.30 uur moesten we ons verzamelen bij het kantoor van het agentschap.
Op zaterdag 21 juli stonden we opgewekt op. Ruim op tijd kwamen we aan bij het kantoor waar het er niet op leek dat we op korte termijn zouden vertrekken. Ons werd gevraagd om een nog even te wachten. Prima, die paar minuten. Uiteindelijk vertrokken we een uur later. Naast ons drieën waren verder van de partij een Fransman en twee Italianen. Vooral laatstgenoemden bleken een zeer gezellig gezelschap te worden ondanks hetgeen we zouden meemaken.........................
Ok, we gingen van start. De reeds beschreven groepssamenstelling bestond verder uit de chauffeur die als Hector door het leven ging. Het moet gezegd worden, onze chauffeur had er niet veel zin in. Naast het noemen van zijn naam zei hij verder vrij weinig. Bij de eerste toeristische stop beet hij ons toe dat we tien minuten hadden om foto´s te nemen. Bij de tweede stop, al op de inmense zoutvlakte, kregen we wederom te horen dat we tien minuten hadden. Zo in het begin kregen we de indruk dat onze chauffeur haast had. Nou, het was foto´s schieten en weer instappen. We reden trouwens in een grote wagen waar met gemak zes mensen in pasten. De volgende stop, ook nog op de zoutvlakte, betekende de lunch. Eerst ´´mochten´´ we van Hector nog even wandelen op een overigens schitterend eilandje dat begroeid was met cactussen. Na het wandelen was het zoals gezegd tijd voor de lunch. Blijkbaar had onze trouwe chauffeur het eten bereid want er was in geen velden of wegen een kok te bekennen. De eerste verrassing was een feit. Er zou namelijk een kok gedurende de toer meereizen. Het gemis van een kok was al na de eerste hap merkbaar. Het eten was met de nu al welbekende desinteresse van Hector gemaakt en dat kwam de smaak niet ten goede. Na het eten kregen we nog twintig minuten cadeau om ons uit te leven op de zoutvlakte. Doordat deze zo wit uitgestrekt is kan je met een foto camera de raarste plaatjes schieten. Dit deden we dan ook in allerhaast omdat we slechts twintig minuten hadden. Na twintig minuten stapten we weer in de auto om ongewild weer deel te nemen aan een verwoestende rally die door Hector ontketend was. De man reed alsof hij achterna werd gezeten door wolven en dat kwam de rit niet ten goede. Mensen, we willen hierbij vermelden dat de weg niet uit asfalt bestond. Nee, het was zand, rotsen, stenen en alles wat slecht is voor de banden van een voertuig. Na een paar uur door elkaar gerost te zijn kwamen we aan bij de eerste overnachtingsplaats. Het zouthotel dan eindelijk?
Nee. We reden een dorpje in dat zo triest aandeed dat iedereen in de auto de kaken stijf op elkaar hield. In dit dorpje stopten we voor ´´Hospedaje San Juan´´. Het mocht duidelijk zijn, hier zouden we vannacht overnachten. Ons zessen werd een kamer toegewezen. Er klopte duidelijk iets niet. We vroegen aan Hector waarom we niet in het zouthotel gingen overnachten. Sociaal als hij was gaf hij aan dat hij daarvoor geen instructies had gekregen. Nee, hij wist van onze boeking niets af. Ok, het zouthotel zetten we uit ons hoofd maar we wilden niet al de eerste nacht een kamer delen met de rest. Na een beetje aandringen kregen we een ´´eigen kamer´´ toegewezen. Kort beschreven was dit een ruimte van ongeveer 5 vierkante meter met twee bedden en een betonnen vloer. Het zag er uit als een gevangeniscel in het voormalige oostblok. Tel daarbij de kou op en je weet dat het niet gek is om een neiging naar alcohol te krijgen. We voegden de daad bij het woord en liepen naar de enige winkel in het dorp om een fles rum te kopen. Zonder dit goed zou het een zware nacht worden. Na een aantal drankjes zagen we het een en ander wat rooskleuriger in. En dat was op zich knap want we kunnen achteraf stellen dat dit oord een goed alternatief is voor Guantanamo Bay, de plaats waar de Al-Qaeda gevangen zonder proces vast zitten. Wat een troosteloos gebeuren.
In de avond werd gezorgd voor eten en dit was gek maar waar niet eens zo slecht. We bleven met onze groep nog lang natafelen om maar niet het nachtelijke gevecht met de kou te moeten aangaan. Om een uur of twaalf gingen we dan toch schoorvoetend naar onze kamer. We kleedden ons goed aan en namen onze plaatsen in, in het bed dat de naam bed eigenlijk niet mag hebben. Na een onrustige koude nacht werden we vroeg wakker en maakten we de balans op: alledrie slecht geslapen en geen zin in de tweede dag van onze toer. Nee, als het aan ons had gelegen waren we direct terug gegaan. In het onderkomen waren nog drie groepen toeristen ondergebracht en allemaal maakten we gebruik van een toilet. Deze ruimte werd door ons al in een vroeg stadium ´´No go area´´ genoemd. We voelen ons in deze niet geroepen om dit verder toe te lichten.
Het ontbijt net achter de kiezen en het was alweer haasten geblazen. Hector had het gaspedaal weer gevonden dus het voelde weer als vanouds. Binnen een kort tijdsbestek hadden we de koppositie weer veroverd. Fantastisch! Onderweg maakten we nog wat tussenstops waar we op de een of andere manier nog de motivatie vonden om mooie foto´s te maken. Misschien vragen jullie je af waarom we zo gedemotiveerd waren. Het was een combinatie van factoren maar een van de belangrijkste was het feit dat we ons misleid voelden. Genaaid zoals sommigen dat ook wel eens noemen. We betaalden extra voor een kamer in het zouthotel maar in plaats daarvan plaatsten ze ons in een strafkamp. Deze dag had hetzelfde karakter als de eerste met het verschil dat we in dit geval wisten dat de accomodatie van vanavond nog primitiever scheen te zijn. Er stond ons nog wat te wachten. Doordat Hector, die vanaf de eerste dag tot nu niet meer dan vier zinnen had gesproken, zo van racen hield waren we ook nu weer als eerste bij de overnachtingsplaats. En het was nog zo vroeg! We namen onze intrek in de kamer met twee stapelbedden en twee eenpersoonsbedden. Bij het zien van de kamer dachten we terug aan het gesprek met het agentschap. In het geval van deze kamer hadden ze namelijk wel de waarheid gesproken. Het was inderdaad een ´´basic´´ accomodatie zoals ze het daar noemden.
We onvluchtten de kamer om naar de bezienswaardigheid van de omgeving te gaan. Een uitkijkpost die uitkeek op een meer met flamingo´s. In de uitkijkpost vroegen we ons serieus af waarom deze sierlijke beesten juist dit oord hadden uitgekozen. Want ook op deze plek was het koud, steenkoud. Vanaf de uitkijkpost naar de overnachtingsplaats was het ongeveer een kwartier lopen, maar dit teruglopen leek wel een uur. Die verrekte wind verpeste het behoorlijk. In de avond werd hetzelfde ritme als de dag ervoor gevolgd. Dat wil zeggen een fles rum en conversatie. Deze nacht scheen het namelijk nog kouder te worden en wel tot aan -20 graden! Dus voor de mensen die denken dat we wel heel snel naar de drank grepen, het was pure noodzaak om warm te blijven!
De nacht was een hel, waardoor we amper een oog dicht deden. Toch stonden we opgewekt op. We gingen vandaag immers weer terug naar La Paz. De derde dag konden we daarom nog redelijk genieten van de mooie plekjes waar we stopten. Daarbij moet worden opgemerkt dat onze vriend Hector inmiddels was vervangen door een collega die een stuk rustiger reed. Om 17.30 uur kwamen we aan in Uyuni waar weer eerst even naar het agentschap gingen die ons deze ´geweldige´ toer verkocht had. Na kort overleg kregen we in ieder geval een gedeelte van ons geld terug. De rest van de avond maakten we nog genoeg mee om een pagina te vullen, maar we laten het hierbij. De nachtbus naar La Paz werd genomen en de dagen erna hadden we nodig om te herstellen. We vonden het erg jammer dat de toer op deze wijze is verlopen. Het gebied dat we hadden bezocht was namelijk adembenemend mooi, zoals jullie ook op de foto´s kunnen zien. Door de leugens en de slechte accomodatie hebben wij hier helaas niet van kunnen genieten. Wat we wel erbij moeten zeggen is dat we ook veel lol hebben gehad. We hebben geprobeerd er het beste van te maken. Het was een avontuur om nooit te vergeten.
De dagen na onze ervaring in Uyuni hebben we het maar heel rustig aan gedaan. Alle drie voelden we de schade van de 3-daagse trip in ons lichaam. We waren redelijk uitgeput en hadden vooral behoefte aan rust. Daarnaast zou Mark vijf dagen na aankomst in La Paz naar Nederland vertrekken. We besloten deze dagen vooral te gebruiken om wat spulletjes te kopen voor het thuisfront en..... een winterjas aan te schaffen. Deze kosten hier helemaal niets. Daarnaast is Natascha ook maar weer eens naar de kapper geweest. Dit was hoog nodig, want de laatste keer was nog in Ecuador!
Vandaag, zaterdag, was de laatste dag voor Mark in Zuid Amerika. Vanmorgen (of vannacht?) moesten we al om 3.30 uur ´s ochtends uit ons hotel vertrekken richting de luchthaven. Met z´n drieen hebben we een geweldige tijd beleefd. We hebben veel lol gehad en veel moois gezien in Peru en Bolivia. Nu breekt voor ons alle drie een andere tijd aan. Wij twee zullen aankomende week van start gaan met ons vrijwilligerswerk en morgen naar ons gastgezin gaan. Mark zal over twee weken aan de slag gaan met zijn nieuwe functie in Nederland.
Het bovenstaande geeft weer aan dat we niet stil zitten en genoeg beleven. Het avontuur in Uyuni was een mindere, maar eentje die ons niet uit het veld heeft geslagen. We kijken uit naar ons werk en gaan met vertrouwen het nieuwe avontuur in.
We houden jullie op de hoogte.
Groetjes,
Natascha & Fernando
-
29 Juli 2007 - 10:49
Thea Tump:
Jullie kunnen volgend jaar gewoon meedoen met de Tour de France als ervaren mountainbikers.Die rijden vandaag vlotjes over de streep in Parijs met prima prestaties!! Alleen al die fotos zijn spannend om naar te kijken ,laat staan te ervaren!Petje af. Liefs mama. -
29 Juli 2007 - 15:27
Esther:
Hoi! Jeetje wat maken jullie veel enorm mooie dingen mee!!
De foto's zijn echt super! Heel grappig om te zien hoe het gezichtsbedrog op de zandvlakte werkt! Heel veel succes en plezier komende tijd met het vrijwilligerswerk.
Groetjes Esther -
05 Augustus 2007 - 17:22
Sandra:
Nou, mooie winterjas hoor Natas. En dat voor zo weinig geld! haha. Enne, ik zal maar niet meer opkijken van al die gevaarlijke stunts die jullie uithalen... maar ik vermoed dat er nog wel een aantal bijkomen. -
07 Augustus 2007 - 19:55
Maaike :
hey meis.. jullie zien er gelukkig uit.. prachtige omgeving.. heel inspirerend..
liefs,
Maaike -
17 Augustus 2007 - 14:44
Alex Van Der Heijden:
Hoi! Was benieuwd naar (maar toch ook bezorgd over) jullie ervaringen met de recente aardschokken in Peru. Ik zie op de kaart dat het getroffen gebied even ver van julle vandaan ligt als Zuid-Italie van Nederland, maar toch... Hoop dat alles goed met jullie en jullie dierbaren is? Veel groeten, Alex (collega Fernando Postbank).
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley